Door Fedor Slegtenhorst

De E3 Prijs Harelbeke werd, een maandje na de prof-editie, ook door de Junioren gereden. Iets korter natuurlijk, maar ook boordevol klimmen en kasseistroken. Stef Zeestraten, Maikel Zijlaard, Vincent Hoppezak, Stefan Verhoeff, Edo Maas en Herman Brinkman maakten hun opwachting in een van de best georganiseerde koersen van de Junioren-kalender.

Het is geen nieuws als ik nu al verklap dat Edo Maas deze wedstrijd op zijn naam schreef. Hij reed een dijk van een koers en dat verbaasde ons niets. Edo heeft namelijk twee karaktertrekken die van hem een hele goede wielrenner maken: hij is een realist èn niet bang om te koersen. Hij ging met een plannetje de wedstrijd in: vooraf was besproken dat voor het geweld zou losbarsten op de Patersberg en de Oude Kwaremont hij beter al wat afstand kon nemen. Zo zou hij in de finale zijn karretje kunnen aanhaken bij de grote mannen die van achteruit kwamen en áls hij er eenmaal in de finale bijzit is hij altijd een hele gevaarlijke klant. Zo gezegd, zo gedaan. Lukte de eerste ontsnapping nog niet, de tweede was raak. In hardrijder Tijmen Arensman had hij de ideale vluchtmakker en samen pakten ze ruim een minuut voor de ze aan ‘de Pater’ begonnen.

Voor we ons na zo’n 70 kilometer koers in deze beslissende fase van de wedstrijd bevonden verloren we helaas al wel twee renners door één valpartij. Door een massale crash moesten zowel Herman Brinkman als Vincent Hoppezak de strijd staken. Herman brak zijn fiets in tweeën en Vincent blesseerde zich (opnieuw) zeer zwaar. In de eerste snelle inventarisatie van het hoopje kermende opgestapelde renners merkten we Vincent nog niet op. Pas toen we de valpartij eigenlijk wilden passeren zagen we het kopje van Vincent boven een berg fietsen uitsteken. Het was direct duidelijk: die lag er slecht bij. Zijn knie leek wel twee keer zo groot. Hij gaf direct aan niet meer door te kunnen en ik kan je vertellen dat er in de auto hartgrondig gevloekt werd. Vincent kende dit jaar al veel pech en kwam er net weer doorheen. En daar lag hij wéér. Maar je moet door met de wagen en je gehavende renners achterlaten. Een klote moment. Even slikken en maar weer doorgaan.

Uiteindelijk belandden we dus bij de Patersberg op zon 40 kilometer van de meet. Toen Edo en zijn vluchtmakker daar gepasseerd waren ontbond Maikel Zijlaard zijn duivels. Op die befaamde kasseienpuist voerde hij een sterk nummertje op. Bergop het tempo opvoeren, doortrekken, een gat slaan met de groep en alleen in de achtervolging de koplopers bijna oprapen. Een ideaal scenario voor de ploeg was in de maak: drie man weg met daarbij twee man van ‘ons’. Het vooraf bedachte plannetje leek te lukken tot bij Maikel op de Oude Kwaremont het noodlot toesloeg: zijn ketting sloeg tussen zijn derailleur en het derraileurwieltje. Kan dat? Ja, dat kan, weten na vandaag. Het peloton was inmiddels zo ver uit elkaar geslagen dat we niet kort genoeg achter hem konden zitten om direct een nieuwe fiets te geven. Hij vroeg meerdere keren om zijn ploegleidersauto, maar pas na 20 kilometer rijden met het defect mochten we achter de eerste groep van inmiddels 44 renners plaatsnemen. Direct wisselen en met zo’n 10 kilometer te gaan kon hij weer plaatsnemen in de groep. Edo zat daar inmiddels ook weer bij. Hij was teruggepakt nadat zijn medevluchter Arensman ook door pech op de Oude Kwaremont de rol moest lossen. Alles bij elkaar dus in de finale en even leek het uit te draaien op een anticlimax. Een klein peloton denderde op de meet in Harelbeke af.

Daarbij helaas niet Stef Zeestraten en Stefan Verhoeff. Beiden zaten nog wel in koers, maar in respectievelijk de tweede en derde groep. Duidelijk was dat ze allebei een terugslag hadden van hun zware valpartijen in de afgelopen week. Daardoor vonden we hen terug op posities in de koers waar ze gezien hun kwaliteiten eigenlijk niet thuishoren. Maar ook dat is de realiteit. Het niveau is dermate hoog dat een haperend fysiek wordt afgestraft. Het was gewoon even op in de finale, wat bij jongens op deze leeftijd kan gebeuren als ze niet 100% zijn. De reserves zijn nog niet zo groot en dan is het een kwestie van accepteren en goed herstellen. Geen zorgen, die goede benen zijn niet zomaar weg, hoor. Stef mag zich gaan voorbereiden op zijn debuut in de nationale selectie en Stefan gaat dit seizoen zijn neus zeker aan het venster steken en de buitenstaanders eens flink verrassen. Daar wordt hard aan gewerkt.

Het eerste peloton denderde inmiddels de laatste kilometers in. Gespannen maar toch enigszins murw gebeukt door een chaotische koers wachtten we in de auto de afloop af. Edo en Maikel waren echter niet van plan om de koers zomaar uit hun handen te laten glippen. Edo maakte gebruik van een twijfel-moment in de groep en demarreerde in de laatste kilometer naar een renner (Marijn van den Berg) die al licht vooruit reed en spurtte naar de grootste zege in zijn jonge carrière. Niet gestolen en als eerste-jaars Junior een groot compliment waard. Het is wel de laatste keer dat hij zoiets flikt want vanaf nu laten ze Edo op zo’n moment nooit meer rijden. Met die nieuwe status koersen wordt weer een mooie nieuwe uitdaging voor hem. Maikel wist er als non-sprinter nog een knappe zesde plaats uit te slepen wat bewijst dat hij nog met overschot in de koers zat. Stef werd 55e en Stefan bolde als 92e over de meet.

Een mooie afloop dus, maar de gevoelens achteraf waren natuurlijk gemengd. Edo was euforisch na zijn mooie zege, Maikel reed rond met een gevoel van onmacht door zijn defect, Vincent kwam het ziekenhuis uit met een been in het verband, Stef en Stefan waren even helemaal op en Herman had de pest in zijn lijf door zijn gebroken fiets. Het is dan snel schakelen: de een begeleid je naar het podium, de ander troost je, dan weer even ergens een hart onder de riem en weer een ander moet je juist weer even met rust laten. Ron Zijlaard is daar een voorloper in. Geloof me, hij zit niet met één maar met zes kinderen in koers. En hoewel de renners zichzelf het aller-meeste gunnen, hebben ze hun teamgenoten allemaal hoog in het vaandel staan. Kijk maar naar de start: tussen 180 strakke koppen babbelen zes schoffies er lustig op los, maken grapjes en hebben lol met elkaar. En bij de huldiging tonen ook de teleurgestelde renners netjes hun respect aan de winnaar. Mensen zonder sport-achtergrond vinden dat normaal, maar dat is het niet. Dat is groots en dat het soms uit hun tenen moet komen is helemaal niet erg. Dat is nu eenmaal het geval bij de sterke karakters die we koesteren.

Speciale dank gaat uit naar onze nieuwbakken mechanieker Ryan Wood, die ondanks dat hij zelf ook op het asfalt lag doordat de auto iets eerder vertrok dan dat hij er in zat, uitstekend werk afleverde. Natuurlijk ook de groep die als verzorgers optraden: de betrokken wielervaders René Zeestraten, Ton Verhoef en Frans Hoppezak en natuurlijk de onmisbare wielermoeders Ineke Zijlaard en Petra Hoppezak. Lodewijk Maas trad opnieuw op als ‘huisfotograaf’ en schoot weer mooie unieke plaatjes die je nergens anders terugziet.

Dat zijn overigens ook precies de mensen (en bijbehorende families) die de credits voor de mooie prestaties van het afgelopen voorjaar mogen opeisen. Ik moet soms wel een beetje lachen om de mensen die nu claimen erg belangrijk te zijn (geweest) of het altijd al in hen zagen zitten. En hoe zit dat als ploegleider? Dan ben je zo goed als je beste renner en daar is alles mee gezegd.

De credits voor de live-uitzendingen ontvangen we natuurlijk graag en dankbaar en we blijven ons best zo goed mogelijk verslag te doen. Dat doen we ook via het Twitter account van RWC Ahoy. Vergeet dat account niet te volgen om op de hoogte blijven.

We hopen dat iedereen zo van de koers genoten heeft!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

15 − 13 =

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.