Op zondag 11 september 2016 stonden Jan-Willem Groeneveld en Jan Metselaar op uitnodiging van Ingvar Omarsson aan de start van de Tour of Reykjavik. Nadat Jan-Willem op maandag was gearriveerd om te fietsen en het land te bekijken, kwam Jan op vrijdagavond laat ook in de IJslandse hoofdstad aan. Jan-Willem zou vorm hebben, gezien hij uit een Vietnamese koers kwam doorgevlogen. Wel moest hij zich in een paar uur tijd aanpassen aan een temperatuurverschil van zo’n 40 graden Celsius. Jan had al de nodige kilometers in voorbereiding op het aanstaande cross-seizoen in de benen en ”stond zichtbaar op scherp”, aldus Jan-Willem.
Zaterdag stond in het teken van voorbereiding op de koers van zondag. Er werd allereerst een stevig ontbijt genuttigd om daarna te vertrekken voor een verkenningstocht. Na het lezen van 19 verschillende versies van het weerbericht was het nog steeds niet duidelijk wat hen nou precies te wachten stond. De mannen reden 60 km op de fiets. Na een warme douche en een goede herstel lunch werden de mannen opgehaald door Ingvar om de rest van het parcours met de auto te verkennen. Het nationaal park Thingvellir werd bezocht om de heuvelpassage op 50 km van de aankomst te bekijken. Het wedstrijdplan was om hier de groep uit te dunnen tot 5 à 6 man. Na de verkenning was het tijd voor een heerlijke pizza, gevolgd door een peperdure cappuccino (alles is daar zo’n twee keer zo duur als in Nederland).
Vrij vroeg de volgende ochtend verzamelde de fiets-minnende IJslanders zich voor een toertocht, of, het zij voor sommigen, de wedstrijd. Hoewel het regende, waaide en 8 graden Celsius was had de helft van de IJslanders besloten dat het een prima weertje voor ”kort-kort” was. Toen Jan-Willem vroeg of bij de huidige weersituatie zonnebrandcrème nodig is, was het botte antwoord veelal ”nee”. Jan-Willem en Jan waren onderdeel van het team waarin Ingvar Omarsson (een IJslandse profwielrenner) voor de winst wilde gaan. Dit nieuws ging in rap tempo van mond tot mond. Zo werden de mannen al vóór de start in de gaten gehouden. Renners in alle soorten en maten arriveerden bij de start. Met baarden, spatboorden, dure fietsen, klassieke fietsen, korte broek, lange broek, kinderen, vrouwen en alles wat je verder kan verzinnen stond aan het vertrek. Dit liet al snel zien dat, zoals Ingvar had gezegd, de sport niet erg groot is in IJsland.
Na de start werd vertrokken voor een koers van 110 km. Eerst een lus van 97 km, waarna een zeer plaatselijk ronde de 110 km vol zou maken. Direct na de neutralisatie werd het peloton gedecimeerd tot een groep van zo’n 25 man. Het glooiende terrein, de wind en de kou maakten de koers vanaf het begin al zwaar en traag. Na een aantal kleine aanvallen wist Tobias Mörch na 10 km een gaatje te slaan. Als gevolg hiervan waren Jan-Willem en Jan als snel veroordeeld tot achtervolgen. De Deen, die het ruime sop had gekozen, bleek spekkoper te zijn want de rest van de groep besloot dikwijls écht niet gaan rijden.
Zoals afgesproken werd in de heuvels het verschil gemaakt en de volledige ploeg kwam in de voorste groep te zitten waar op dat moment nog 12 renners over waren. Ingvar wist een tijdje vooruit te rijden met een Deense renner, maar zij werden teruggepakt, terwijl Jan er aan de andere kant af moest (door, wat later bleek, een dieper liggende oorzaak). De afdaling werd gedomineerd door Ingvar en een andere ”suïcidale” renner van SEG Racing. Na 10 minuten viel alles, geheel volgens verwachting, gewoon weer stil en kwam er een groepje van een stuk of 20 renners samen. In de plaatselijk ronde wist ook de andere Deen nog weg te springen en zo 2e te worden, omdat Tobias Mörch pas bij de finish werd terug gezien. Ingvar sprintte naar de 3e plek. Jan-Willem, die bekend staat om zijn karakter maar niet om zijn sprintcapaciteit, werd 5e en Jan wist ondanks zijn slechte dag nog 18e te worden.
”J & J” hebben gelukkig nog even de toerist uit kunnen hangen en kunnen iedereen IJsland aanraden als reis- en fietsbestemming. Het land heeft prachtige natuur. Geisers, watervallen, bergen, gletsjers, mensen en de meest lieve en gastvrije walvissen ooit.